Jeroen Forier

    Jeroen Forier is de jongste van drie broers en werd geboren in 1993. Hij woont al zijn hele leven in Bergom en is de zoon van Roza Smits, die ook haar hele leven in Bergom woont. Jeroen is de kleinzoon van wijlen Achilles Smits en Maria Mans, die ook in Bergom woonden. Hij is de vader van Mathis en Nelle. Zijn band met onze gemeente is dan ook sterk.

    Jeroen werkt als leraar in het secundair onderwijs. Hij volgde een lerarenopleiding lichamelijke opvoeding en geschiedenis, met een extra specialisatiejaar voor het buitengewoon onderwijs. Momenteel rondt hij de opleiding master in de wijsbegeerte en moraalwetenschappen af, die hij als werkstudent volgt. Na zijn werkuren geeft hij privézwemlessen in het zwembad van Westerlo. In zijn vrije tijd kijkt hij graag naar voetbal en beoefent hij zelf verschillende sporten. In het verleden voetbalde hij bij de jeugd enhet eerste elftal van Blauberg Sport. Tegenwoordig tref je hem vaak in het plaatselijke fitnesscentrum van de Mixx.

    Jeroen heeft een breed interesseveld dat zich uitstrekt tot sport, filosofie, cultuur, economie, en politiek. Hij vindt het daarom altijd leuk en interessant om met uiteenlopende mensen een praatje te maken. Voor mensen met een beperking heeft hij een extra groot hart. Een van zijn broers volgde buitengewoon onderwijs vanwege een mentale beperking, waardoor Jeroen goed begrijpt wat daarbij komt kijken en dat het niet altijd even makkelijk is.

    Ieder huisje heeft zijn kruisje, en daarom staat Jeroen altijd klaar om naar de verhalen van anderen te luisteren en hen te begrijpen. Hij merkt op dat mensen vaak luisteren om te antwoorden, in plaats van om elkaar echt te begrijpen. Jeroen is van mening dat je mensen pas echt kunt helpen als je eerst de tijd neemt om hen te begrijpen. Spreken is brons, luisteren is zilver, begrijpen is goud. Tot slot is Jeroen optimistisch ingesteld en zoekt hij altijd naar de meest geschikte oplossing. Zijn levensmotto luidt: “Als je fietsremmen moeilijk te herstellen zijn, zorg dan dat je bel voldoende luid is.”